SV | De schutter spanne zijn boog tegen [dien], die spant, en tegen [dien], die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir; |
WLC | אֶֽל־יִדְרֹ֤ךְ [יִדְרֹךְ כ] הַדֹּרֵךְ֙ קַשְׁתֹּ֔ו וְאֶל־יִתְעַ֖ל בְּסִרְיֹנֹ֑ו וְאַֽל־תַּחְמְלוּ֙ אֶל־בַּ֣חֻרֶ֔יהָ הַחֲרִ֖ימוּ כָּל־צְבָאָֽהּ׃ |
Trans. | ’el-yiḏərōḵə yiḏərōḵə hadōrēḵə qašətwō wə’el-yiṯə‘al bəsirəyōnwō wə’al-taḥəməlû ’el-baḥureyhā haḥărîmû kāl-ṣəḇā’āh: |
De schutter spanne zijn boog tegen [dien], die spant, en tegen [dien], die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
De schutter spanne zijn boog tegen [dien], die spant, en tegen [dien], die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!